Het duurt dus nog wel even voordat we echt overgaan tot een nieuw stelsel. Maar het kan absoluut geen kwaad om ook in dit stadium al goed op de hoogte te zijn van de voorstellen die op tafel liggen, want het pensioenakkoord heeft ongetwijfeld ook impact op jouw pensioen! In deze blog werp ik een blik op ons huidige pensioenstelsel en geef ik op hoofdlijnen weer wat de hoofdlijnen van het nieuwe stelsel waarschijnlijk worden.
De uitgangspunten van ons huidige pensioenstelsel
In Nederland bestaat ons pensioen uit drie onderdelen, namelijk AOW, pensioen en individuele aanvullingen in pijler drie zoals bijvoorbeeld lijfrente. De eerste pijler is makkelijk; daar heeft namelijk iedereen die in Nederland woont of werkt recht op vanaf zijn of haar AOW-leeftijd. De tweede pijler is belangrijker. Elke maand betalen werkgevers en werknemers premie voor het opbouwen van pensioen in deze tweede pijler. Die premies worden door je pensioenfonds belegd, zodat jij op je AOW-leeftijd over een pensioen in de vorm van een maandelijkse uitkering kunt beschikken.
Bij de inrichting van ons huidige stelsel was de levensverwachting van de gemiddelde Nederlander ongeveer 75 jaar. Dat is inmiddels achterhaald; we worden immers steeds ouder en onze levensverwachting neemt toe. Daardoor moeten gepensioneerden langer met hun opgebouwde potje(s) doen. In plaats van bijvoorbeeld 15 jaar lang pensioenuitkering vroeger, is dat met de huidige levensverwachting misschien eerder 20 of zelfs 25 jaar. Er moet daardoor meer pensioen worden uitbetaald dan bij de oprichting van het huidige stelsel rekening mee werd gehouden.
Niet alleen onze levensverwachting is flink gewijzigd. Ook de arbeidsmarkt is sterk veranderd. Vroeger was bijna iedereen in loondienst. Tegenwoordig is dat anders en is lang niet iedereen meer in loondienst of werkzaam bij dezelfde werkgever. Denk aan zzp'ers die veelal met tijdelijke contracten en voor meerdere wekgevers werken. De ontwikkelingen in de economie vragen dan ook om een pensioenstelsel dat past bij een flexibele arbeidsmarkt, terwijl de uitgangspunten van ons huidige stelsel veelal gebaseerd zijn op achterhaalde arbeidsverhoudingen.
Een andere veel gehoorde klacht is dat het huidige stelsel oneerlijk zou zijn voor jongeren. Zij zouden met hun pensioeninleg meebetalen aan het pensioen van oudere werknemers. In het huidige pensioenstelsel is het nog zo dat iedere werknemer evenveel bijdraagt aan het pensioenfonds, ongeacht zijn of haar leeftijd. Dat noemen we de doorsneepremie. Elke ingelegde euro is in dit geval evenveel waard. Op het eerste gezicht lijkt dat ook eerlijk, maar dat is het eigenlijk niet.
Door de vergrijzing is namelijk scheefgroei ontstaan en moet een klein(er) deel van de bevolking veel meebetalen aan het pensioen van een steeds groter (en ouder) wordend deel van de bevolking. In het huidige pensioenstelsel wordt alles bij wijze van spreken op één hoop gegooid; u betaalt mee aan mijn pensioen en ik betaal mee aan uw pensioen. Deze situatie lijkt onhoudbaar en volgens velen zou het dan ook eerlijker zijn om pensioenopbouw meer persoonsgebonden en dus individueler in te richten.
Invloed van de rekenrente op de dekkingsgraad
Naast bovenstaande factoren is het belangrijk om de rol van de aanhoudend lage rente aan te halen. Deze heeft namelijk een grote impact op de dekkingsgraden van pensioenfondsen. De dekkingsgraad is een maatstaf voor de vermogenspositie van een pensioenfonds; het geeft de verhouding weer tussen het vermogen en de verplichtingen. Om de dekkingsgraad te bepalen wordt grofweg de waarde van de beleggingen afgezet tegen de huidige waarde van een bedrag waarover je pas na een bepaalde periode (vanaf je AOW-leeftijd) de beschikking hebt. Daalt de rente? Dan stijgen de verplichtingen van een pensioenfonds.
De invloed van de rekenrente op de verplichtingen van een pensioenfonds laten zich het beste uitleggen aan de hand van een voorbeeld. Stel dat een pensioenfonds jou over 10 jaar, wanneer je 67 jaar bent, € 100,- moet betalen. Dan kan het pensioenfonds dit bedrag nu alvast opzij zetten en over 10 jaar aan je uitkeren. Maar het fonds kan deze gelden ook beleggen of op een spaarrekening zetten. Immers ontvangt het fonds dan elk jaar rente en hoef jij nu geen € 100,- aan premies in te leggen. Stel bijvoorbeeld dat de rente 1% is. Dan hoef je nu nog maar ongeveer € 90,- aan premies op een rekening te zetten zodat dit over 10 jaar ongeveer € 100,- waard is.
Zoals uit het voorbeeld blijkt, is de rekenrente belangrijk om de verplichtingen van pensioenfondsen te bepalen. Zij kijken immers naar de rente om te bepalen hoeveel geld ze nu nodig hebben om straks het toegezegde pensioen uit te kunnen keren. In dit artikel van het FD wordt de ontwikkeling van de rekenrente en de impact daarvan goed uitgelegd.
De rekenrente is dus belangrijk om de verplichtingen van een pensioenfonds te bepalen. De verhouding tussen die verplichtingen en het vermogen van een pensioenfonds vormt de dekkingsgraad. De overheid stelt eisen aan pensioenfondsen en schrijft voor dat bepaalde buffers moeten worden aangehouden. Zo moet een pensioenfonds in Nederland minimaal een dekkingsgraad van 105% hanteren. Onderstaande grafiek geeft pijnlijk weer hoe weinig pensioenfondsen tegenwoordig nog aan deze minimale dekkingsgraad voldoen. Als er niets verandert, is de kans op kortingen op onze pensioenen dan ook groot.
De gemiddelde dekkingsgraad van pensioenfondsen. Bron: DNB
Wat gaat er vanaf 2022 veranderen?
Ons pensioenstelsel moet eerlijker, duidelijker en flexibeler worden. Het pensioenakkoord, en daarmee de inrichting van het nieuwe pensioenstelsel, moeten ertoe leiden dat pensioenen er persoonlijker uit gaan zien, met meer individuele keuzemogelijkheden. Het pensioenstelsel zal naar verwachting dan ook van een collectieve pensioenregeling naar een meer individuele benadering gaan. En het stelsel zal beter om kunnen springen met veranderende economische omstandigheden.
Naar verwachting zal het nieuwe pensioenstelsel er op de volgende punten anders uitzien:
- De AOW-leeftijd gaat weliswaar omhoog, maar minder snel dan het kabinet had gewild.
- De premies die we dadelijk betalen voor ons pensioen, gaan naar ons eigen persoonlijke pensioenpotje. Daarmee nemen we dus afscheid van de doorsneepremie. En wordt ons pensioen persoonlijker en inzichtelijker.
- Naarmate mensen ouder worden, wegen mee- en tegenvallers minder zwaar mee. Het risico voor (bijna) pensioengerechtigden neemt daardoor dus af. Jonge deelnemers krijgen een groter deel van de tegenvallers voor hun rekening, maar kunnen ook gebruikmaken van een langere beleggingshorizon en zijn daarmee ook beter in staat om schokken op te vangen.
- Mee- en tegenvallers kunnen in de tijd worden gespreid. Financieel slechte jaren worden hierdoor gecompenseerd door goede jaren. Hierdoor kunnen pensioenfondsen beter omspringen met fluctuaties in de economie.
- Naar verwachting wordt de rekenrente losgelaten en worden de verplichtingen van een fonds mede op basis van verwachte rendementen gebaseerd. Deze rendementen zijn immers hoger dan de huidige rekenrente en bestaan ook uit beleggingen in bijvoorbeeld aandelen.
Tot slot
Alleen de toekomst zal uitwijzen hoe het nieuwe pensioenstelsel precies wordt vormgegeven en wat dit concreet betekent voor onze eigen pensioenen. Ik blijf het in ieder geval met veel belangstelling volgen. Hopelijk heb ik je in de tussentijd met dit artikel meer inzicht kunnen verschaffen in de wijze waarop ons huidige pensioenstelsel is opgebouwd en welke veranderingen een nieuw pensioenstelsel mogelijk met zich meebrengen. Wellicht ben je na het lezen van dit artikel ook aan het denken geslagen en bouw je net als ik een aanvullend pensioen op met fiscaal voordeel! Het opbouwen van een goed pensioen is immers iets waar je zelf ook actief aan kunt werken, bijvoorbeeld door in de derde pensioenpijler fiscaal aantrekkelijk te beleggen voor een aanvullend pensioen. Ben je benieuwd hoe dit werkt? Je leest het hier!
Deze gastblog is geschreven door Wijzer in Finance. Wijzer in Finance is erop gericht om jou te informeren over zaken die raken aan jouw persoonlijke financiën. Benieuwd naar andere blogs? Kijk eens op onze website!
De 1e fout is:
BeantwoordenVerwijderenNieuw pensioencontract: Hoe pakken we ouderen hun pensioenrechten af?
2e fout: Volgens CBS stijgt levensverwachting na 65 jaar met 0,1 op ca. 20 jaar. Hierdoor daalt dekkingsgraad jaarlijks met 0, 5%
BeantwoordenVerwijderen3e fout: Via 150+ bedrijfspensioenfondsen worden premies ingehouden. Zelfs uitzendkrachten bouwen na 1/2 jaar (overdraagbaar) pensioen op.
BeantwoordenVerwijderenOndernemers en zzp-ers kunnen oudedagsreserve opbouwen en daarvan lijfrente kopen. Kan dit beter?
BeantwoordenVerwijderen